Meditatie is een maatschappelijk fenomeen geworden. Mede door de ontwikkelingen rondom mindfulness is het steeds meer aanvaard als een vruchtbare methode van persoonlijke ontwikkeling, niet alleen door degenen die haar beoefenen, maar ook door de wetenschap. In dat kader is er ook steeds meer belangstelling aan het ontstaan voor de onderliggende uitgangspunten ervan: de boeddhistische psychologie.
In dit begrip komen twee tradities samen. De westerse psychologie met haar verschillende toepassingsgebieden en het oosters boeddhisme. Hoewel er theoretisch nogal wat verschillen aan te wijzen zijn, lijkt het in de alledaagse praktijk tot een vruchtbare verbinding te komen.
Boeddhisme en psychologie: enkele overwegingen en vragen
Boeddhisme is al lang niet meer uitsluitend een weg om het wereldse bestaan te ontstijgen, het is ook een bron van inspiratie geworden om het gewone leven te verrijken en te vergemakkelijken. Binnen het boeddhisme gaat men ervan uit dat de werkelijkheid zoals wij die ervaren ontstaat door de wisselwerking tussen de waarnemer en wat waargenomen wordt. Het uiteindelijke antwoord op de vraag naar het menselijk lijden en geluk wordt gezocht in de geest van de waarnemer, en niet in het aanpassen van de omstandigheden.
Boeddha introduceerde hiervoor specifieke trainingen voor de geest. De Abhidharma, een theoretisch raamwerk voor de leer van de Boeddha dat enkele eeuwen na zijn dood werd samengesteld, bevat een systematische beschrijving van de dynamiek van onze geest en hoe wij de werkelijkheid ervaren. In de verschillende boeddhistische tradities is dit verder ontwikkeld tot soms behoorlijk complexe modellen.
Vanwege de relatie met het menselijk welbevinden ligt het voor de hand dat boeddhistische ideeën en methodes aanvankelijk de interesse wekten van psychologie en psychotherapie. Vandaag de dag worden toepassingen vanuit het boeddhisme meer en meer van hun spirituele context ontdaan en toegepast in het niet-spirituele domein, zowel op het therapeutische vlak als ook gericht op persoonlijke welbevinden en maatschappelijk functioneren. Bovendien kan boeddhisme als bron van inspiratie gebruikt worden bij zowel pragmatische als ethische vragen over de verhouding tussen mensen onderling en tussen de mens en zijn omgeving..
Er is echter wel een verschil in de kijk op wat ‘werkelijkheid’ is tussen boeddhisme en westerse psychologie.Een onderscheid dat gemaakt zou kunnen worden is dat westerse modellen vooral gericht zijn op de vraag hoe je om gaat met de situatie waarmee je geconfronteerd wordt, terwijl het er in boeddhistische modellen uiteindelijk op neerkomt hoe je je tot jezelf verhoudt en dat een andere identificatie tot een andere ervaring leidt.
Een grotere bekendheid met boeddhisme heeft niet alleen gevolgen voor de ‘populaire psychologie’ maar ook voor de academische psychologie die wordt geconfronteerd met een toenemende belangstelling voor en toepassing van mindfulness en compassietrainingen.
Nemen de psychologie en psychiatrie alleen deze methodes over? Of staan we ook open om naar de ‘boeddhistische psychologie’ te kijken? Is er ruimte voor een ander model over de werking van de menselijke geest, mentaal welbevinden, en onze relatie tot ‘de werkelijkheid’, in een tijd waarin we geneigd zijn om meer naar de neurowetenschappen te kijken dan naar de rol van menselijke motivaties en intenties?
Daarnaast zijn deze ontwikkelingen ook van invloed zijn op de praktijk van het boeddhisme. Wanneer er meer een beroep op het boeddhisme wordt gedaan als bron van psychologisch inzicht en minder vanuit de behoefte tot het bereiken van de verlichting, dan zal het antwoord zich daar ook meer op richten. Gaat het boeddhisme verder psychologiseren? Krijgt boeddhisme een andere plek in maatschappelijke ontwikkelingen? Is het een verarming dat er minder aandacht is voor de spirituele kant? Halen we alles uit het boeddhisme wat er in zit?
Tijdens deze conferentie willen we graag de dynamiek van de ontmoeting onderzoeken, evenals de ontmoeting zélf. Methodes die hun uitgangspunt vinden in het ontwikkelen van het bewustzijn en hoe daarin te interveniëren, worden nu deel van het westers psychologisch gedachtegoed. Wat betekent dat voor de westerse psychologie? En wat betekent het voor het boeddhisme dat persoonlijk welbevinden een belangrijke motivatie is geworden om zich met meditatie en het boeddhistisch gedachtegoed bezig te houden? Is er daarin sprake van schurende of schuivende panelen?
Doelgroep
Tot onze doelgroep voor deze conferentie rekenen wij professioneel geïnteresseerde boeddhisten en boeddhistisch geïnteresseerde professionals, alsmede andere geïnteresseerden in de raakvlakken tussen westerse en boeddhistische psychologie.
Ochtendlezingen
De heer dr. Alan Wallace (Boeddhist en wetenschapper Tibetaans boeddhisme) bijt de spits af, gevolgd door de heer dr. Edel Maex (praktiserend psychiater en zenleraar) en mevrouw drs. Lene Handberg (opleidingsdirecteur van het Tarab Institute International en hoofddocent van de opleiding Unity in Duality).
Workshops ’s middags
Voor het middagprogramma hebben wij de top van Nederland en België bereid gevonden om ons wegwijs te maken in de vele ontwikkelingen die zich momenteel voordoen. Het gaat dan om zowel algemene inzichten als om de specifieke domeinen waar deze ontwikkelingen zich afspelen, bijvoorbeeld het onderwijs, management en leiderschap en de gezondheidszorg en economie.
Hier volgt een korte biografie van alle sprekers en workshopleiders (in alfabetische volgorde) en een korte inhoudsbeschrijving van hun lezingen en workshops