Philosophy of mind
Robert Keurntjes, versie 6 juni 2021
leestijd ca 6 minuten
Philosophy of mind houdt zich bezig met vragen die gerelateerd zijn aan psychologie in de brede zin van het woord. Er is veel aandacht voor (neuro)wetenschappelijk onderzoek maar de vragen zijn van filosofische aard.
Filosofie
Er zijn twee emoties die een mens aanzetten tot het stellen van vragen en het zoeken naar verklaringen: verwondering en ongemak. Verwondering over hoe de dingen in elkaar zitten, over wat en hoe mensen en andere dieren doen, over het hele kleine en het hele grote, over schoonheid en het onbegrepen bekende. Ongemak dat we ervaren in ons leven doordat alles voortdurend verandert en wij juist op zoek zijn naar behoud van wat goed en fijn is en (mogelijk) nieuw ongemak willen voorkomen.
Dat heeft mensen aangezet tot het vertellen van verhalen in een poging om de wereld en wat er in plaats vindt te verklaren en te kunnen hanteren. Daarbij heeft de mens een sterke neiging om er vanuit te gaan dat er een plan of een intentie schuil gaat achter gebeurtenissen - wij zoeken naar een reden waarom iets gebeurt. Zo ontdekten we goden en conspiracies.
Hebben we eenmaal een verhaal waarmee we onverklaarbare verschijnselen lijken te kunnen verklaren houden we daar aan vast in de veronderstelling dat we kennis hebben. Socrates, die in de vijfde eeuw voor onze jaartelling in Athene leefde, viel zijn stadsgenoten lastig met de vraag of ze wel zeker wisten wat ze meenden te weten. Dat is waar de (Westerse) filosofie begon. Filosofie, het verlangen naar wijsheid, begint pas echt op het moment dat we ons af gaan vragen of de verhalen en de verklaringen die we elkaar vertellen wel kloppen: is het waar? Weet ik het wel zeker? Op grond waarvan meen ik dat het zo is?
Philosophy of mind
We hebben geen goede vertaling voor philosophy of mind. Het is als filosofische discipline ook nog niet zo heel oud. Een tijd lang werd 'cognitiefilosofie' gebruikt, en je komt soms ook wel 'filosofie van de geest' of 'filosofie van bewustzijn' tegen. Het lastigste is de vertaling van 'mind'. Mind verwijst naar het mentale en omvat cognitie, geest en bewustzijn, maar geen van die termen heeft dezelfde reikwijdte en 'mind' is eigenlijk ook al te beperkt. Dus laten we het voorlopig maar onvertaald.
De oorsprong van de hedendaagse philosophy of mind is de analytische filosofie die ontstond op basis van het enthousiasme over de wetenschappelijke vooruitgang in de 19e eeuw. Het idee was dat we geen metafysische zaken nodig hebben om de wereld en alles dat er in gebeurt te verklaren. Met goede observaties en logisch redeneren kunnen we ontrafelen hoe de natuur en daarmee ook de mens functioneert. Dat er een sterke relatie is tussen de menselijke geest en het brein werd duidelijker en zo kon ook het idee ontstaan dat als we eenmaal goed begrijpen hoe het brein werkt we ook bewustzijn, of de menselijke geest, kunnen verklaren.
Toch doet de menselijke geest zich heel anders aan ons voor dan de fysieke werkelijkheid. Rene Descartes was daardoor zelfs tot de conclusie gekomen dat bewustzijn (ons 'denken') op een hele andere manier bestaat dan het fysieke. Lichaam en geest zijn twee verschillende substanties. Als we dat accepteren zitten we met de vraag hoe die met elkaar 'communiceren'. Hoe kan het dat als ik denk aan lopen dat ik met mijn bewustzijn mijn benen kan bewegen?
Het is nog niemand gelukt om dat op een zinvolle manier te verklaren, maar als we die twee-substantie theorie opzij zetten en er vanuit gaan dat het mentale bestaat op grond van fysieke, neurologische, activiteit valt het ook nog tegen om met een goede verklaring te komen. Het lichaam-geest probleem is dan ook een van de lastigste vragen in de philosophy of mind.
Daar komen al snel andere vragen bij zoals hoe het zit met de vrije wil. Als ons bewustzijn voortkomt uit neurologische processen die gedetermineerd zijn door natuurwetten hoe kan er dan zoiets bestaan als vrije wil? En ook vragen over hoe wij onszelf de wereld en elkaar begrijpen, wat persoonlijke identiteit zijn vraagstukken waar de philosophy of mind mee bezig is.
Als filosoof stellen we de vraag wat de gebruikte begrippen betekenen en waar ze naar verwijzen, maar ook of dat wat (neuro)wetenschappers zeggen wel volgt uit de data die ze hebben. Zo wordt de vrije wil bijvoorbeeld in twijfel gebracht omdat uit onderzoek blijkt dat er soms al hersenactiviteit is die tot een bepaalde handeling leidt voordat we ons er van 'bewust' zijn dat we het gaan doen. Maar wat betekent in die zin 'bewust zijn'? En als we ons er niet van 'bewust zijn' volgt daar dan uit dat het ook niet uit vrije wil gedaan wordt? Hoe komen we überhaupt tot onze beslissingen en ons handelen?
Ook een algemeen begrip als 'bewustzijn' roept vragen op. Vaak praten we erover alsof het een 'ding' is in termen als het bewustzijn. Maar is het wel een 'het'? Heeft er ooit iemand een bewustzijn gezien? Bedoelen we met bewustzijn eigenlijk niet alleen dat we ons ergens van bewust zijn? Als we willen weten hoe bewustzijn kan ontstaan moeten we wel eerst weten wat we willen verklaren.
Raakvlakken met boeddhisme
Philosophy of mind behandelt veel overeenkomstige verschijnselen die ook vanuit boeddhistisch perspectief interessant zijn. Daar komt bij dat ook boeddhisme zoekt naar een soort naturalistische verklaring. Boeddhisme verwerpt God (Brahma) als schepper en stelt dat alles bestaat op basis van oorzaak en gevolg - niet op basis van een reden. De belangrijkste oorzaak - of in ieder geval de oorzaak waar we grip op kunnen krijgen - is ons eigen handelen. Hoe wij de wereld begrijpen en wat wij vervolgens doen heeft invloed op hoe wij het volgende zullen begrijpen en ervaren.
Boeddhisme sluit daardoor heel goed aan bij een naturalistisch wereldbeeld. Niet dat boeddhisme alles reduceert tot materie, maar naturalisme is ook niet perse een materialisme. Er zijn verschijnselen in onze werkelijkheid die geen fysieke basis hebben maar wel een grote invloed hebben. Denk bijvoorbeeld aan wetten of landen, Sinterklaas, liefde en vriendschap, de waarde van een kunstwerk enz. Onze werkelijkheid bestaat uit 'meer' dan de fysieke wereld. In boeddhistische filosofie wordt dit verklaard zonder de introductie van metafysische (niet zintuiglijk waarneembare) zaken. Het 'meer' in onze werkelijkheid bestaat in onze relatie tot de wereld. Om dat te verklaren hebben we geen metafysische werkelijkheid nodig, we kunnen het verklaren op basis van 'natuurlijke' verschijnselen.
Kijk bijvoorbeeld naar de oudste tekst waarin het bestaan van atman (het veronderstelde wezen van een persoon, het Zelf of de ziel) betwijfeld wordt. Boeddha stelt in de Anattalakkhanasutta (The Characteristic of Not-Self) dat er nergens zoiets te vinden valt als een 'zelf'. Dus waarom zou je dan veronderstellen dat het zou bestaan en het een plek geven in je verklaring hoe een persoon bestaat? Boeddha stelde daar tegenover dat er sprake is van een functionerend persoon als er sprake is van een vorm (lichaam met zintuigen), een vermogen tot bewustzijn (geen ding maar een functie) en mentale activiteit - de skandha's.
Het enige dat in het boeddhisme een rol speelt dat niet aansluit bij het gangbare naturalisme is het voortbestaan van bewustzijn na de fysieke dood. Hoe goed boeddhistische modellen ook de menselijke ervaring en het gedrag kunnen verklaren, een goede verklaring voor de veronderstelde continuering van bewustzijn is er met die modellen ook niet te geven. Daar hoeven we dus ook niet van op te kijken. Het is ook veel interessanter wat we van boeddhistische philosophy of mind kunnen leren over hoe we binnen de grenzen van conceptie en dood bewustzijn en gedrag kunnen verklaren. Boeddhistische modellen omvatten elementen, onderscheidingen en nuances waar we hier vaak nog niet aan gedacht hebben.
Conclusie
Philosphy of mind gaat over vragen over bewustzijn, cognitie en gedrag, en ook over de daarbij gebruikte concepten en waar die concepten naar verwijzen. Dat sluit heel goed aan bij de vragen waar boeddhistische filosofie over gaat. Ook het uitgangspunt dat wat je introduceert in je verklaringen waarneembare verschijnselen moeten zijn komt overeen. Een verschil is dat boeddhisme meer ruimte biedt voor introspectie dan de op wetenschap gerichte philosophy of mind. Ook al wordt er door o.a. Thomas Metzinger en Evan Thompson wel gezocht naar mogelijkheden om meer gebruik te maken van introspectie.
Dit is een inleidende tekst geschreven voor de website boeddhisme-en-psychologie.nl.